Even opzoeken. Toch een Sluis!
Voor de
drooglegging van Oostelijk Flevoland, was door de oorlog, geen geld. Totdat de
Verenigde Staten in 1950 via het Marshall-Plan geld ter beschikking stelde. In
het voorjaar van 1951 startte de Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders (R.IJ.P)
vanuit Harderwijk met de aanleg van de Knardijk. De Knardijk ontleende zijn
naam aan een in het IJsselmeer gelegen ondiepte, de Knar. De dijkwerkzaamheden
voor Oostelijk Flevoland waren aanzienlijk omvangrijker dan die van de
Wieringermeerpolder en de Noordoostpolder, daar deze polder geheel door water
omringd werd. De Knardijk beslaat ruim 23 km . van de totaal 90 km . van de dijk die daar
aangelegd moest worden.
De Knardijk
vormde tien jaar lang de bescherming van Oostelijk Flevoland tegen het
IJsselmeer. Maar sinds het droogmaken van Zuidelijk Flevoland heeft de Knardijk
geen directe waterkerende functie meer.De dijk is nu een slaperdijk. Mocht in één van beide polders ooit het water toeslaan, dan beschermt de Knardijk de andere polder tegen de gevolgen. Na de drooglegging van Zuidelijk Flevoland in 1968, is de zes meter hoge dijk onderbroken door vaarten, de Lage- en Hoge vaart. Op deze punten zijn in 1969 twee keersluizen (de Knarsluizen) aangebracht, de Lage Knarsluis in de Lage Vaart en de Hoge Knarsluis in de Hoge Vaart. Beide sluizen zijn opgebouwd uit twee schuiven die voorzien zijn van grote contragewichten, die vrijwel altijd open staan. In geval van een dijkdoorbraak worden de beide sluizen gesloten en kunnen Oostelijk- en Zuidelijk Flevoland apart bemalen worden.
Hier blijven we vandaag niet liggen. We gaan naar
Dronten. Om diverse reden. Ten eerste om onze watertank te kunnen vullen
en……natuurlijk weer eens boodschappen doen.
We willen, voor ons doen dan, vroeg wegvaren
aangezien we, als Dronten niet bevalt door kunnen varen naar URK. Moet het
natuurlijk niet stormen…… Dat stuk IJsselmeer met windkracht….? Lijkt ons geen
pretje. Dus we hopen dat Dronten ons zal bevallen.